Inhoudsopgave:
Landen gebruiken twee verschillende soorten valuta om de transacties binnen hun grenzen aan te duiden: fiat-geld en grondstoffengeld. Fiat-geld ontleent zijn waarde aan het feit dat iedereen het ermee eens is dat het iets waard is, terwijl grondstoffengeld zijn waarde ontleent aan het feit dat de overheid elke valuta-eenheid bindt aan een bepaalde hoeveelheid van een goed met zijn eigen intrinsieke waarde. Een grondstoffengeldsysteem heeft verschillende voordelen die een fiat-systeem niet heeft.
Geen seigniorage
Seigniorage is de gewoonte om nieuw geld af te drukken, specifiek om het te gebruiken voor het kopen van goederen en diensten. Terwijl seigniorage overheden in staat stelt snel overheidsbeleid te voeren en infrastructuur op te bouwen, verlaagt het ook de waarde van de valuta die al in de economie is. Het echte effect van seigniorage is in essentie hetzelfde als dat van een belasting, omdat het gedwongen middelen opnieuw toewijst. Met mate gebruikt, kan seigniorage nuttig zijn, met verwaarloosbare negatieve effecten voor een economie. Bij zwaar gebruik kan seigniorage echter de waarde van de valuta van een land vernietigen. In een grondstoffengeldsysteem is seignorage onmogelijk omdat de overheid niet eenvoudigweg de grondstof kan creëren die de valuta ondersteunt.
spaargeld
Noch een fiat of commodity-monetair systeem kan ervoor zorgen dat de waarde van geld niet verandert. Economen hebben echter de neiging om deflatie (appreciatie van de valutawaarde) te beschouwen als nog schadelijker voor een economie dan inflatie (waardevermindering van valuta). Dit komt omdat deflatie mensen motiveert om hun geld te sparen, terwijl inflatie mensen ertoe aanzet hun geld te sparen of te beleggen. Om deze reden richten regeringen op een fiat-systeem zich meestal op een trend van algemene inflatie door voortdurend extra geld te drukken. Grondstofsystemen leiden vaak tot deflatie omdat het aanbod van de grondstof dat de valuta ondersteunt, trager groeit dan de economie als geheel. Hoewel dergelijke deflatie op andere manieren schadelijk kan zijn voor economieën, is het gunstig voor degenen die hun geld sparen, omdat ze hun vermogen zonder moeite of risico van hun kant kunnen zien toenemen.
Niet-politieke waarde
Wanneer een overheid een fiat-valuta gebruikt, komt de waarde van die valuta voort uit de hoeveelheid in omloop en uit het vertrouwen dat mensen in de regering hebben. Als de overheid echter onstabiel wordt of valt, kan de waarde van die valuta verdampen. Als die natie grondstoffengeld gebruikt, blijft de waarde van de valuta bestaan, zelfs als de overheid instabiel wordt of valt.
misvattingen
Een algemene misvatting over het hebben van een grondstoffengeldsysteem is dat het resulteert in een constante waarde voor valuta. In werkelijkheid is de waarde van het warengeld echter niet stabieler dan de waarde van de grondstof die het vertegenwoordigt. Prijzen fluctueren altijd, wat resulteert in schommelingen in de waarde van grondstoffengeld. Een andere misvatting is dat de algemene inflatietrend in fiat-systemen altijd een economie zal vernietigen. In werkelijkheid, zolang inflatie plaatsvindt bij lage, stabiele niveaus, is het geleidelijke verlies van valutawaarde iets waar een economie gemakkelijk rekening mee kan houden.