Inhoudsopgave:
- Vroege Amerikaanse belastingen
- De eerste inkomstenbelastingen
- Het 16e amendement
- De belastingdienst en belastingdag
Individuele inkomstenbelastingen zijn de grootste bron van inkomsten voor de federale overheid. De federale inkomstenbelasting zoals die vandaag bestaat dateert uit 1913, toen een grondwetswijziging het de federale regering mogelijk maakte om rechtstreeks belastingen te heffen op de inkomens van individuen. Dat was echter niet de eerste keer dat de federale overheid inkomsten belastte.
Vroege Amerikaanse belastingen
In de begintijd van de Amerikaanse Republiek verhoogde de federale overheid het grootste deel van haar inkomsten via douanerechten en accijnzen. Douanerechten zijn belastingen die worden geheven op artikelen die in het land worden ingevoerd. Accijnzen worden geheven op specifieke artikelen, zoals alcohol of suiker. Al meer dan vier decennia aan het begin van de 19e eeuw had de federale regering helemaal geen binnenlandse belastingen. Het wekte het grootste deel van zijn geld op door invoer te belasten en openbaar land te verkopen.
De eerste inkomstenbelastingen
De federale regering legde haar eerste inkomstenbelasting in 1861 op om de stijgende kosten van de burgeroorlog te betalen. De oorlog eindigde in 1865 en de inkomstenbelasting werd ingetrokken in 1872, nadat de schulden tijdens de oorlog waren betaald. De Verenigde Staten gingen terug tot accijnzen tot 1894, toen het Congres een tweede inkomstenbelasting accepteerde. Volgens het Tax History Project had het idee om inkomsten te belasten in de jaren 1890 op brede steun van het volk gestaan. In een tijdperk van stijgende inkomensongelijkheid namen accijnzen een aanzienlijk groter deel van het inkomen op voor mensen die onderaan de economische ladder stonden dan voor degenen aan de top.
Het 16e amendement
In 1895 gooide het Hooggerechtshof de federale inkomstenbelasting weg. De rechtbank zei dat de inkomstenbelasting een 'directe belasting' was. Als zodanig dienden de inkomsten die het opleverde evenredig te zijn aan de staatsbevolking. Met andere woorden, als New York bijvoorbeeld 10 procent van de Amerikaanse bevolking heeft, moet het 10 procent van de inkomstenbelasting inkomsten genereren. Het Congres reageerde uiteindelijk met het 16e Amendement op de Grondwet, die een federale belasting op inkomsten toestond zonder rekening te houden met de staatsbevolking. Het congres passeerde het amendement in 1909. Het werd geratificeerd door drievierde van de staten in 1913.
De belastingdienst en belastingdag
Het eerste bureau dat inkomstenbelastingen verzamelde, was het Bureau of Internal Revenue, dat in de jaren vijftig de Internal Revenue Service werd. Het woord 'intern' verwijst naar het feit dat deze instanties verzamelen van bronnen binnen de Verenigde Staten in plaats van externe, zoals invoer. Oorspronkelijk waren de belastingaangiften elk jaar op 1 maart verschuldigd. Dat was veranderd in 15 maart in 1918 en vervolgens in 15 april in 1555. Door de datum terug te zetten, kreeg de regering meer tijd om de opbrengsten te verwerken naarmate de bevolking groeide en meer gezinnen blootgesteld werden aan de belasting.