Inhoudsopgave:
Easements en recht van overpad zijn zeer vergelijkbaar onder de wet. Hoewel erfdienstbaarheden en doorgangsrechten het gebruik van grond door de eigenaar in wezen verlenen, ontstaan ze meestal in verschillende contexten. Er ontstaan ontsporingen in privécontexten en voorrangsrechten ontstaan in openbare contexten. Individuen en rechtbanken verlenen erfdienstbaarheden in de privésector; overheden verlenen voorrang in de publieke sector.
erfdienstbaarheden
Een erfdienstbaarheid verleent de eigenaar van de erfdienstbaarheid het recht om het eigendom van een ander persoon voor een ander doel te gebruiken. Een erfdienstbaarheid is negatief of bevestigend. Eigenaren van negatieve erfdienstbaarheid hebben het recht om hun buren te beletten iets speciaals te doen. De eigenaar van een negatieve erfdienst kan bijvoorbeeld het recht hebben om zijn buurman te beperken in het bouwen van een gebouw dat zonlicht zou blokkeren. Eigenaren van positieve erfdienstbaarheid krijgen meestal het recht om het eigendom van een buur over te steken.
Hoe versoepelingen worden gemaakt
Gewoonlijk worden erfdienstbaarheden gemaakt door uitdrukkelijke subsidie. Maar er worden ook erfdienstbaarheden gecreëerd uit noodzaak. Als bijvoorbeeld een perceel land anders is ingesloten, verleent een rechtbank de eigenaar van het onroerend goed een recht om het land van zijn buurman te doorkruisen. Rechtbanken impliceren ook erfdienstbaarheden van vroeger gebruik.
Right of Way
Overheidsbedrijven, zoals spoorwegmaatschappijen en nutsbedrijven, krijgen voorrang door federale, provinciale en stedelijke overheden. Titel 43, Sectie 934 van de Amerikaanse Code verleent bijvoorbeeld een recht van overpad over openbare gronden op spoorwegmaatschappijen. Nutsbedrijven krijgen vaak voorrang aan het opzetten van hoogspanningslijnen door lokale overheden.
verschillen
Het verschil tussen een erfdienstbaarheid en een doorgangsrecht is dat een bedrijf met een recht van overpad doorgaans eigenaar is van het feitelijke land waar het recht van overpad overgaat. De term 'recht van overpad' in een spoorwegcontext spreekt bijvoorbeeld tot het land zelf. Dit verschilt van een erfdienstbaarheid in die erfdienstbaarheden die slechts het recht verlenen om andermans eigendom te gebruiken; de term 'erfdienstbaarheid' verwijst naar het recht om het land van iemand anders te gebruiken, niet het land zelf.