Inhoudsopgave:
Door de geschiedenis heen zijn veel verschillende items als geld gebruikt. Of het nu gaat om een schelp, goud, een pakje sigaretten of papiergeld, ze hebben allemaal verschillende dingen gemeen. Ze zijn schaars genoeg om waarde te hebben en worden door anderen geaccepteerd als betaling voor goederen of diensten.
Het medium van uitwisseling
Geld is een product dat iedereen herkent en accepteert als betaling. Zonder geld zou de maatschappij zijn toevlucht nemen tot ruilhandel. Als er maar twee mensen waren, één die maïs ophief en de ander broeken maakte, zou ruilhandel eenvoudig zijn. Elk produceert meer dan hij nodig heeft en ruilt het overschot. Maar als een derde persoon die vis vangt wordt geïntroduceerd in dit systeem, wordt handel ingewikkelder. De visser wil misschien maïs, maar de boer wil een broek. Zonder wat economen een dubbel toeval van behoeften noemen, is handel onmogelijk. Dat is waar geld als ruilmiddel het dilemma oplost, omdat iedereen het accepteert omdat hij weet dat de anderen dat ook zullen doen. Goed geld heeft bepaalde kenmerken waardoor het een gewenst ruilmiddel wordt. Het moet gemakkelijk te herkennen en algemeen aanvaard zijn - veel mensen in de VS zullen bijvoorbeeld een Canadese munt verwerpen. Goed geld zou handig moeten zijn. Papiergeld heeft om die reden de voorkeur boven schelpen. Goed geld moet ook zijn waarde behouden en moeilijk te vervalsen zijn.