Een van de beroemdste verhalen over de politiek van Chicago vond plaats in 1948. Een jonge man die net uit Wisconsin was vertrokken, benaderde een lokaal feestkantoor om zich bij zijn verkiezing kandidaat te stellen voor zijn favoriete kandidaat. Op de vraag wie hem heeft gestuurd, was het enige antwoord dat hij kon geven niemand - hij kwam alleen. De Chicagoan wees hem af met een inmiddels beroemde one-liner: "We willen niemand die niemand heeft gestuurd."
Het blijkt dat jouw kantoor in zekere zin veel lijkt op Chicago machine politiek: je collega's zijn niet echt geïnteresseerd in het accepteren van hulp tenzij ze erom vragen. Uit nieuw onderzoek van de Michigan State University blijkt dat pro-actief zijn bij het bieden van hulp op het werk er gewoon voor zorgt dat alle partijen zich slecht voelen. Je collega zal de implicatie dat ze hun werk niet zonder hulp kunnen doen kwalijk nemen, en je zult het gevoel krijgen dat ze niet behoorlijk dankbaar zijn. Hoofdauteur Russell Johnson gaat zelfs zover dat hij dit scenario als giftig bestempelt.
"Als iemand die wil helpen, leun achterover en doe je eigen werk," zei hij in een persbericht. "Dan krijg je het meeste geld voor je geld. Als hulpontvanger moet je op zijn minst dankbaar zijn - en hoe eerder hoe beter."
Dit bevestigt eerdere onderzoeken waaruit blijkt dat do-gooders zowel ontwrichtend zijn als misschien onvoldoende focussen op hun werk. Dat gezegd hebbende, moet je niet bang zijn om hulp te vragen wanneer je het nodig hebt. Er zijn zelfs manieren om uw verzoek in te kaderen waardoor iedereen zich uiteindelijk beter gaat voelen.