Inhoudsopgave:
Alle cheques bevatten verschillende reeksen nummers: het chequenummer, het accountnummer en het routeringsnummer. Het routeringsnummer is uniek voor elke bank en geeft de instelling aan waaruit de cheque is ontstaan; het rekeningnummer geeft het account aan waaruit het geld zal worden getrokken; het controlegetal geeft aan hoeveel cheques zijn geschreven van dat account.
Een routingnummer bij een cheque lezen
Stap
Draai het selectievakje naar rechts.
Stap
Zoek de lange cijferreeksen onder aan de cheque.
Stap
Zoek de set getallen die is ingesteld met dubbele punten en verticale streepjes.
Stap
De getallen binnen deze markeringen (meestal ongeveer acht of negen getallen) vormen het routingnummer voor de financiële instelling die de rekening bezit waaruit het geld zal worden getrokken.